Muziektoeslag geldt voor alle geluidsbronnen

Bekijk het overzicht

Uit Handleiding Meten en Rekenen industrielawaai volgt dat de toeslag betrekking heeft op het gemeten (of berekende) langtijdgemiddeld deelgeluidsniveau vanwege een bedrijfstoestand van de gehele inrichting. De toeslag wordt dus nadrukkelijk niet uitsluitend toegepast op de deelbijdrage van die geluidsbron, die de aanleiding vormt voor het hanteren van de toeslag. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat in de akoestische beoordeling de toeslag op alle relevante geluidsbronnen moet worden toegepast, althans in de beoordelingsperiode dat sprake is van muziekgeluid en indien het muziekkarakter van het geluid duidelijk hoorbaar is op het beoordelingspunt. Indien aldus de geluidsbronnen muziek en voertuigbewegingen niet samen gaan, hoeft op het geluid van voertuigbewegingen, in het bijzonder op dat van parkerende auto’s, geen toeslag te worden berekend. Alhoewel verweerder stelt dat het merendeel van de voertuigbewegingen niet tegelijk met de muziek zal plaatsvinden (bezoekers komen en vertrekken meestal voor en na het feest), is niet ondenkbaar dat een deel van de bezoekers aankomen en vertrekken terwijl het feest aan de gang is. In dat geval is sprake van samengaan van beide geluidsbronnen en dient de toeslag op beide te worden toegepast.

ECLI:NL:RBGEL:2014:4050